NVWA legt opnieuw stevige maatregelen op na nieuwe vondst Meloidogyne enterolobii

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft afgelopen maand opnieuw stevige maatregelen opgelegd na de vondst van Meloidogyne enterolobii. Een glastuinbouwbedrijf moet meerdere partijen Ficus microcarpa vernietigen na de vondst van de nematode. Het is de vierde keer dit jaar dat de NVWA maatregelen op moet leggen. Begin dit jaar werd in drie kassen van andere bedrijven ook Meloidogyne enterolobii op Ficus microcarpa aangetroffen.

Knobbels op Ficus microcarpa ‘Ginseng’ veroorzaakt door Meloidogyne enterolobii
Meloidogyne enterolobii heeft sinds 11 april 2022 de quarantaine-status in de Europese Unie (EU). Lidstaten zijn verplicht maatregelen te nemen om deze nematode uit te roeien en om verdere verspreiding te voorkomen. De nematode kan grote schade veroorzaken aan vele gewassen, waaronder belangrijke economische teelten in de EU zoals de teelt van tomaat, paprika, komkommer en aardappel. De NVWA waarschuwt de sierteeltsector al langer voor de risico’s van deze nematode. Het is van groot belang dat ondernemers hun verantwoordelijkheid pakken en maatregelen nemen om besmetting en verspreiding te voorkomen.

Verplichte maatregelen
De NVWA heeft onlangs op een informatiebijeenkomst voor telers van Ficus microcarpa nogmaals gewezen op de verantwoordelijkheid van de sector en toegelicht welke maatregelen worden opgelegd na een vondst van Meloidogyne enterolobii. De nematode is in het gewas gedurende de teelt niet te bestrijden. Bedrijven waar de nematode wordt aangetroffen, zijn daarom verplicht om maatregelen te nemen. Alle risicodragende delen, zoals wortels, van besmette partijen en alle overige partijen planten die in hetzelfde watergeefsysteem staan moeten verwijderd en vernietigd worden. Vervolgens moeten het teeltsysteem en het watergeefsysteem worden gereinigd en ontsmet. Bij planten zoals de Ficus microcarpa betekent dit dat de hele plant vernietigd moet worden. Dit is de enige betrouwbare methode voor uitroeiing van de nematode.

Maatregelen voor alle planten met wortels
Deze maatregelen zijn niet alleen verplicht wanneer de nematode wordt aangetroffen bij Ficus microcarpa. Meloidogyne enterolobii kent zeer veel waardplanten en regelmatig worden nieuwe waardplanten gemeld. De EU-vereisten voor derde landen gelden daarom voor alle bewortelde planten. Daarom worden bij elke vondst bij alle planten met wortels dezelfde maatregelen opgelegd.

Import
Per 11 januari gelden er strengere eisen voor alle planten met wortels bij import. Om nieuwe insleep van de nematode te beperken, worden de importinspecties uitgebreid. De inspecties bij import en de voortgezette importinspecties (fytobewaking-import) worden uitgebreid met 14 risicogewassen en 5 derde landen. Naast Ficus en Philodendron uit China en Costa Rica worden nu ook de volgende gewassen extra gecontroleerd: Amaranthus, Caladium, Callistemon, Chlorophytum, Colocasia, Fraxinus, Gardenia, Hibiscus, Ligustrum, Portulacaria, Sageretia, Synchonium, Xanthosoma en Zelkova. Afkomstig uit de volgende landen: Indonesië, Sri Lanka, Suriname, Thailand en de Verenigde Staten.

Survey
Daarnaast start de NVWA in samenwerking met Naktuinbouw deze week met een survey om de aanwezigheid van Meloidogyne enterolobii op Nederlandse bedrijven in kaart te brengen. Deze inspecties richten zich in eerste instantie op bedrijven die Ficus microcarpa telen. Op deze bedrijven zal de focus van de survey liggen op Ficus microcarpa en de bovengenoemde andere gewassen, maar ook overige planten worden geïnspecteerd op Meloidogyne enterolobii. Bij een vondst volgen maatregelen.

Tijdelijke beheersmaatregelen plantenpaspoort
Naktuinbouw neemt tijdelijke beheersmaatregelen bij het toezicht op de afgifte van plantenpaspoorten. Het toezicht wordt tijdelijk geïntensiveerd. Daarnaast worden bedrijven geïnformeerd en geïnstrueerd over zaken als herkenning van de nematode en hoe de eigen bedrijfsinspectie hierop verbeterd kan worden.

Verantwoordelijkheid ondernemers
De NVWA benadrukt nogmaals dat het belangrijk is dat ondernemers zelf ook hun verantwoordelijk nemen. Vraag goede garanties van uw leverancier en houd na import de planten minimaal 10 weken fysiek gescheiden van andere partijen. Controleer de wortels daarna goed. Een gedetailleerde administratie en labelen van de planten zorgt dat verschillende partijen goed van elkaar onderscheiden kunnen worden. Lees wat je als ondernemer zelf kunt doen om besmetting te voorkomen en hoe je een mogelijke besmetting met Meloidogyne enterolobii herkent. Bij Glastuinbouw Nederland en Royal FloraHolland is een hygiëneprotocol beschikbaar.

Moeten glasgroentetelers zich zorgen maken?
Als glasgroentetelers zich bewust zijn van de risico’s en uitwisseling van grond en machines met hoog risico vermijden, dan is er met de huidige kennis nog geen reden tot grote zorg.

Meldingsplicht bij vermoeden van Meloidogyne enterolobii
Het is verplicht om bij een vermoeden van een besmetting van Meloidogyne enterolobii dit direct te melden bij de NVWA. Snel melden kan de impact van de maatregelen mogelijk beperken, omdat de besmetting zich dan nog niet of nauwelijks heeft kunnen verspreiden.

Meer informatie
Maatregelen bij een vondst van Meloidogyne enterolobii
Voorkom besmetting met Meloidogyne enterolobii op uw bedrijf
Meloidogyne enterolobii herkennen
Meloidogyne enterolobii voorkomen | Naktuinbouw

Voor vragen over dit nieuwsbericht kunnen journalisten contact opnemen met het team persvoorlichting van de NVWA, (088) 22 33 700.

Consumenten en bedrijven kunnen contact opnemen met het Klantcontactcentrum of 0900-03 88 (gebruikelijke belkosten).

Met ingang van 2 maart 2023 is import van plantmateriaal vatbaar voor Xylella fastidiosa niet langer toegestaan voor 13 derde landen

Met ingang van 2 maart 2023 is import van plantmateriaal vatbaar voor Xylella fastidiosa niet langer toegestaan voor 13 derde landen: Argentinië, Chili, China, Colombia, Ecuador, Filipijnen, India, Indonesië, Jordanië, Oezbekistan, Peru, Sri Lanka, Vietnam.

Op basis van EU-wetgeving (verordening (EU) 2020/1201) is import van plantmateriaal vatbaar voor Xylella fastidosa (planten voor opplant, met uitzondering van zaden) uit deze derde landen niet langer toegestaan. Met ingang van 1 maart 2023 moeten derde landen een verklaring opgesteld hebben dat het land of gebieden vrij zijn van Xylella fastidiosa, een belangrijk EU-quarantaineorganisme. Deze verklaring moet gebaseerd zijn op voldoende surveygegevens op basis van een specifieke statistische aanpak, inclusief toetsing volgens specifieke protocollen. Deze derde landen zijn hier gedurende 2022 en begin 2023 meermaals op aangesproken door de Europese Commissie. De geleverde informatie van al deze derde landen is echter onvoldoende. Indien deze derde landen later alsnog een goede survey uitvoeren of garanties kunnen afgeven dat productie locaties vrij zijn van Xylella fastidiosa, kan import weer plaatsvinden. De lijsten met toegelaten derde landen, gebieden en productielocaties worden door de Europese Commissie bijgehouden en gepubliceerd. Zie ook:
https://food.ec.europa.eu/plants/plant-health-and-biosecurity/trade-plants-plant-products-non-eu-countries/declarations-non-eu_en#regulation-eu-20201201

De NVWA zal met ingang van 2 maart 2023 de import van dergelijk plantmateriaal weigeren van zendingen met afgiftedatum fytosanitaire certificaat van 1 maart 2023 of later.

De keuze van voorbehandelingsmiddelen voor Brassica en Daucus wordt verruimd

Per 1 februari 2023 vindt er een wijziging plaats in de VBN-productspecificatie van Brassica en Daucus.

Het Post Harvest Kenniscentrum van Royal FloraHolland heeft een verificatieonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of:

  • Het middel Florissant 810 voldoet aan de VBN-normen als voorbehandelingsmiddel bij Brassica.
  • De middelen Florissant 810 en Florissant 830 voldoen aan de VBN-normen als voorbehandelingsmiddelen bij Daucus

Uit dit onderzoek is gebleken dat aan alle voorwaarden is voldaan om deze middelen toe te voegen aan de verplichte middelen in de VBN-productspecificatie van Brassica en Daucus.

Wijziging:

  • Florissant 810 wordt toegevoegd als toegestaan middel voor voorbehandeling bij Brassica (Florissant 810 code 21 op het label van het middel).
  • Florissant 810 en Florissant 830 worden toegevoegd als toegestane middelen voor voorbehandeling bij Daucus (Florissant 810 code 21 en Florissant 830 code 41 op het label van het middel).
  • U dient de juiste code van het voorbehandelingsmiddel bij uw aanvoerinformatie te vermelden. Met behulp van deze code kan het laboratorium controleren op het juiste gebruik van het voorbehandelingsmiddel.
    • Het sorteerkenmerk S65 voorbehandeling moet u zelf toe voegen in uw EAB-softwarepakket.
    • Binnen het sorteerkenmerk S65 moet u het juiste voorbehandelingsmiddel selecteren door middel van code 21 op label van het middel Florissant 810 en code 41 voor Florissant 830.

Bovenstaande middelen dienen uitsluitend toegediend te worden volgens gebruiksvoorschrift.