S05 rijpheidsstadium geadviseerd kenmerk bij ‘overig Bromelia’ vanaf 1 mei 2018

Vanaf 1 mei 2018 wordt aan de productgroep ‘overig Bromelia’ (2 04 999 01) kenmerk S05 (rijpheidsstadium) als geadviseerd kenmerk toegevoegd op positie 4.

De sorteerkenmerken voor ‘overig Bromelia’ zijn per 1 mei 2018 als volgt:

Groeps-code Groepsnaam Kenm. pos. 1 Kenm. pos. 2 Kenm. pos. 3 Kenm. pos. 4 Kenm. pos. 5 Kenm. pos. 6
2 04 999 01 Overig Bromelia S01 S02 S05 S58 S15
Verplicht Verplicht Advies Advies Verplicht

S01 = Potmaat
S02 = Minimum planthoogte
S05 = Rijpheidsstadium
S58 = Hoesmateriaal
S15 = Transporthoogte

Nieuwe leidraad preventie Xylella is nu beschikbaar

Er is een nieuwe versie van de leidraad preventie Xylella beschikbaar. De leidraad preventie Xylella is bestemd voor telers en handelskwekers en geeft een overzicht van een aandachtspunten die van belang zijn om te voorkomen dat u planten met een Xylellabesmetting op uw bedrijf binnen haalt.

Het accent wordt vooral gelegd op de herkomst van het plantmateriaal en de (teelt)omstandigheden waarin het plantmateriaal is opgekweekt. Daarnaast zijn er tips voor algemene bedrijfshygiëne opgenomen.

Deze leidraad is ontwikkeld in het kader van het project fytosanitaire preventie, in samenwerking met VBN, de LTO vakgroep Bomen & Vaste Planten, LTO Glaskracht Nederland, en het Ministerie van Landbouw en Voedselkwaliteit.

Opschoning productcoderingen 1e kwartaal 2018

Floricode heeft nieuwe productgroepen gemaakt. Er zijn namen van enkele productcodes aangepast en productcodes verwijderd. Per 1-4-2018 wijzigen diverse producten van productgroep. In meerdere bestanden zullen daarom gegevens wijzigen of niet meer aangeleverd worden.

Het bestand met wijzigingen vind u hier.

Het bijgesloten bestand is ook in PDF beschikbaar op de website van Floricode onder DISTRIBUEREN > Productcodes > Actuele mutaties > Opschoning productcoderingen 1e kwartaal 2018 (28-3-2018).

Lay-out plantenpaspoort

Er komt een uniform format voor het plantenpaspoort. Nu is alleen de inhoud voorgeschreven en kiest u zelf de lay-out. In de nieuwe regelgeving is dit niet meer mogelijk. Het format is vastgelegd in uitvoeringsverordening 2017/2313/EU.

Er is een vast format vastgesteld met daarop de volgende vaste elementen:

  • in de linkerbovenhoek: de EU-vlag (in kleur of zwart-wit).
  • in de rechterbovenhoek: het woord ‘Plantenpaspoort/Plant Passport’.
  • ‘A’ + botanische naam.
  • ‘B’ + ISO-code lidstaat, koppelteken, registratienummer.
  • ‘C’ + traceerbaarheidscode.
  • ‘D’ + ISO-code land van oorsprong/productie, ook als dit Nederland is.

De traceerbaarheidscode is een belangrijk onderdeel. Traceerbaarheid van producten door de keten krijgt in de nieuwe verordening veel aandacht. Voor bepaalde eindproducten in de eindverpakking, bijvoorbeeld kamerplanten, zal waarschijnlijk geen traceerbaarheidscode nodig zijn. Dit wordt nog uitgewerkt.

Gevolg is dat bedrijven alle bestaande documenten/opdrukken moeten aanpassen. Denk daarbij aan plantenpaspoorten en gekoppelde leveranciersdocumenten/plantenpaspoort. Houdt daarbij rekening met het volgende:

  • Het plantenpaspoort moet per kleinste verpakkingseenheid zijn aangebracht (per pot/ tray/ doos etc.).
  • Het plantenpaspoort mag niet meer met een leveranciersdocument gecombineerd worden.
  • De oude plantenpaspoorten blijven nog geldig tot 14 december 2023. Maar vanaf 14 december 2019 moeten wél de nieuwe plantenpaspoorten worden aangebracht voor producten die dan in omloop komen. Zorgt u dus voor niet teveel voorraad.
  • Producten die nu paspoortplichtig zijn moeten tot 14 december 2019 aan de oude eisen blijven voldoen. Op het oude plantenpaspoort staat onder andere de naam van de verantwoordelijke keuringsdienst en het aantal of gewicht. Dat hoeft niet meer op het nieuwe plantenpaspoort.
  • Producten die voor het eerst paspoortplichtig worden, kunnen zeer waarschijnlijk al wél voor 14 december 2019 van een plantenpaspoort voorzien worden. Dit wordt nog uitgewerkt.

Flyer veranderingen nieuwe Plantgezondheidsverordening

Uitbreiding plantenpaspoortplicht

Op 14 december 2019 gaat de nieuwe Plantgezondheidsverordening 2016/2031/EU in. Deze vervangt de huidige Europese Fytorichtlijn 2000/29/EG. Wat gaat er veranderen?

De plantenpaspoortplicht breidt uit naar alle ‘voor opplant bestemde planten’ maar ook alle ‘consumptieve’ pot-, perk- en kuipplanten. Volgens de EU-definitie zijn dit planten die volledige planten kunnen voortbrengen en daarvoor bestemd zijn. Deze planten moeten worden uitgeplant, opnieuw worden geplant of geplant blijven. Alles wat we nu teeltmateriaal noemen valt daaronder (dus ook zaden).

Meer bedrijven moeten zich gaan registreren

Alle pot-, perk- en kuipplantentelers krijgen met de plantenpaspoortplicht te maken. Ook krijgen de handelsbedrijven (voor handel binnen de EU) in deze producten met plantenpaspoorten te maken.

Naktuinbouw heeft nu zo’n 3.000 geregistreerde bedrijven. Daarvan geven zo’n 2.300 zelf plantenpaspoorten af op basis van een autorisatieregeling. Door de nieuwe regelgeving krijgen alle bedrijven met plantenpaspoorten te maken. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven met Buxus, coniferen en rozen.

Rond de zomer van 2018 is naar verwachting meer bekend over het register en het registratienummer. Ook zal dan duidelijk zijn waar bedrijven zich kunnen melden voor registratie en met welke keuringsdienst de bedrijven te maken krijgen. Alle bedrijven krijgen daarna een nieuw registratienummer. Ook de bedrijven die nu al geregistreerd zijn bij een keuringsdienst.

Flyer veranderingen nieuwe Plantgezondheidsverordening

De keuze van voorbehandelingsmiddelen voor Rosa wordt aangepast

Per 15 maart 2018 vindt er een wijziging plaats in de VBN productspecificatie van Rosa.

Het Post Harvest Kenniscentrum heeft het afgelopen jaar verificatieonderzoek uitgevoerd om vast te stellen of het middel Floralife Express Clear 100 voldoet aan de VBN normen voor de voorbehandeling van rozen. Uit het onderzoek is gebleken dat aan alle voorwaarden is voldaan om dit middel toe te voegen aan de verplichte middelen in de VBN productspecificatie van Rosa.

Wijziging:

  • Floralife Express Clear 100 wordt toegevoegd als toegestaan middel voor voorbehandeling bij Rosa (code 90 op het label van het middel). Naast dit middel blijven ook de reeds vermelde middelen toegestaan.
  • U dient de juiste code van het voorbehandelingsmiddel bij uw aanvoerinformatie te vermelden. Met behulp van deze code kan het laboratorium controleren op het juiste gebruik van het voorbehandelingsmiddel.
    o Het sorteerkenmerk S65 voorbehandeling moet u vanaf heden zelf toe voegen op positie 6 in uw EAB-softwarepakket.
    o Binnen het sorteerkenmerk S65 moet u het juiste voorbehandelingsmiddel selecteren door middel van code 90 op label van het middel = Floralife Express Clear 100.

Het bovenstaande middel dient uitsluitend toegediend te worden conform gebruiksvoorschrift.

Indien u gebruik maakt van Floralife Rose 100 kunt u tot maximaal 15 mei 2018 uw voorraad gewoon opgebruiken en daarna overschakelen naar Floralife Express Clear 100. Bij langere periode graag eerst contact opnemen met het laboratorium van Royal FloraHolland.

De EU-lijst met paspoortplichtige Xylella waardplanten is uitgebreid met 6 soorten

De Europese Commissie heeft 6 nieuwe soorten toegevoegd aan de Xylella waardplantenlijst. De waardplantenlijst bevat alle soorten die vatbaar zijn voor besmetting met Xylella fastidiosa. Deze planten dienen bij verhandeling binnen de EU te zijn voorzien van een plantenpaspoort.

De volgende soorten zijn recent toegevoegd aan de waardplantenlijst:

  • Calicotome spinose;
  • Coronilla glauca;
  • Euryops chrysanthemoides;
  • Genista lucida;
  • Medicago sativa;
  • Prunus cerasus.

De meest recente versie van de Xylella waardplantenlijst (update 10) vindt u op de website van de Europese Commissie. Voor aanvullende informatie over regelgeving betreffende het plantenpaspoort en Xylella fastidiosa wordt verwezen naar de NVWA website en NVWA Xylella.

Nieuwe procedure aanvragen zendingsinspecties voor Begonia, Dipladenia, Hibiscus, Mandevilla en Nerium oleander

De EU maatregelen voor tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) zijn met ingang van 1 januari 2018 aangescherpt (Annex IV – B – 24.3 van richtlijn 2000/29). Deze nieuwe wetgeving vereist tenminste een plantenpaspoort en zendingsinspectie voor planten voor opplant bestemd voor de eindconsument, naar specifiek beschermde EU gebieden (Zona Protecta – ZP). Het gaat om de volgende planten: Begonia, Dipladenia, Hibiscus, Mandevilla en Nerium oleander.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) past het e-CertNL-systeem (CLIENT-export) zo aan dat bedrijven vanaf 31 maart 2018 via dit systeem de verplichte zendingsinspectie aan kunnen vragen voor genoemde planten die bestemd zijn voor eindgebruikers in Finland, Groot Brittannië, Ierland, Zweden en (specifieke gebieden van) Portugal. Als de zendingsinspectie akkoord is, wordt er via het e-CertNL-systeem een Europees communicatiedocument afgegeven dat dienst doet als verplicht plantenpaspoort.

Het is van belang dat bedrijven die genoemde planten richting de betreffende lidstaten exporteren zich registreren bij een van de keuringsdiensten. Voor teeltbedrijven is dit Naktuinbouw (bloemenengroente@naktuinbouw.nl). Exporteurs kunnen zich registreren bij het KCB (www.KCB.nl).

Aanvragen voor een zendingsinspectie moeten plaatsvinden via de portal e-CertNL, zie link hieronder.
Exportinspectie aanvragen via CLIENT

Klik hier voor meer informatie over dit bericht op de NVWA website.

Aanpassing reglementaire kenmerken bij Kersenbloesem vanaf 1 april 2018

Binnen de productgroep Prunus is gebleken dat Kersenbloesem afwijkende reglementaire kenmerken heeft. Omdat het niet logisch is dat Kersenbloesem kenmerk S21 (= gemiddeld gewicht) als geadviseerd reglementair kenmerk heeft, laten we de S21 als reglementair kenmerk vervallen. Daarnaast zal ook bij Kersenbloesem de S20 (= minimum steellengte) verplicht worden gesteld.

De sorteerkenmerken voor Kersenbloesem zijn per 1 april 2018 als volgt:
S20 = Minimum steellengte
S05 = Rijpheidsstadium

Overzicht reglementaire kenmerken productgroep Prunus

Wijziging rijpheid in de productspecificatie plantenarrangementen

Uit vooronderzoek is gebleken dat de voorgeschreven minimale rijpheid in de productspecificatie Plantenarrangementen soms afwijkt van het minimale rijpheidsstadium in de soortspecifieke productspecificaties (bijvoorbeeld Hyacint en Narcis). In de specificatie Plantenarrangementen staat dat minimaal rijpheidsstadium 1 verplicht is, terwijl in de soortspecifieke productspecificatie staat dat minimaal rijpheidsstadium 2 vereist is. Dit spreekt elkaar tegen.

Daarom is ervoor gekozen per 1 maart 2018 onderstaande tekst aan de productspecificatie Plantenarrangementen toe te voegen:

De in de productspecificatie Plantenarrangementen genoemde minimale rijpheidsstadia gelden, tenzij in de soortspecifieke productspecificatie van een onderdeel van het plantenarrangement een afwijkend minimaal rijpheidsstadium is aangegeven. In dit geval geldt het soortspecifieke minimale rijpheidsstadium.

Bovenstaande oplossing maakt de regels eenduidig en te handhaven in het geval van een discussie over de aangevoerde rijpheid van een product. De gehele productspecificatie voor plantenarrangementen is te vinden via de zoekfunctie van de VBN website.